Twintig woningen van verschillende grootte liggen in een strook op een hoge wal. Ze hebben witte kozijnen en felblauwe deuren en een houten ge…
Twintig woningen van verschillende grootte liggen in een strook op een hoge wal. Ze hebben witte kozijnen en felblauwe deuren en een houten gevelbekleding. Je bereikt de onderste woningen met een trapje van enkele treden en stapt via een binnenplaats het huis binnen. De eenheden op de eerste verdieping hebben een stalen buitentrap met een smal afdak. Voor de rij woningen ligt een straat en daarlangs een pluktuin en een reeks gebouwen voor collectief gebruik. Er is een huiskamer met open haard, een keuken en logeerplekken. Er zijn klusruimten, een plek voor wasmachines, en een gezamenlijk terras. Enkele bewoners hebben er een atelier. Op initiatief van de architect werd het complex ondergebracht bij corporatie Ymere. Hij wilde het in sociale huur realiseren, zodat ook minder gefortuneerden konden aanhaken. Het bleek een gouden formule. Het geheel, gebaseerd op de idealen voor centraal wonen uit de jaren zeventig, floreert al veertig jaar. De woningen liggen vlakbij een groene meent met oude populieren en grenst aan de achterzijde over de volle lengte aan een vogelrijk bosje dat door alle buurtbewoners bezocht en onderhouden wordt. Zo wordt de sociale cohesie ook wijk-breed bevorderd.