Op een voet van baksteen staan wanden, opgetrokken uit half transparante glazen bouwstenen. Daarin is een patroon van groene en blauwe stenen …
Op een voet van baksteen staan wanden, opgetrokken uit half transparante glazen bouwstenen. Daarin is een patroon van groene en blauwe stenen verwerkt. Rijen verticale ramen reiken tot in de voet. De twee minaretten hebben een hoge bakstenen basis. Daarop staat een pinakel van gezeefdrukt glas met een koepel, bekroond met een toren van koperen bollen, de jamour. De minaretten kunnen van binnenuit verlicht worden en vormen dan een baken in de wijk. Het Arabische stermotief op het glas herhaalt zich in de glazen toegangsdeuren, bovenlichten en ramen. Aan de voorzijde gaan vrouwen naar binnen om bij hun gebedsruimte bovenin het gebouw te komen. Op de verdieping daaronder ligt eenzelfde ruimte voor mannen. De twee zalen zijn verbonden door een nis met een daklicht, die uitbolt in de voorgevel; een bouwkundige ingreep waarmee de richting van Mekka wordt aangegeven. Behalve de gebedsruimten zijn er veel klaslokalen en een grote ontmoetingsruimte met sofa’s tegen de wanden. In het midden van het gebouw is een vierkante lichthof, zoals bij traditionele woningen in Marokko. Het gebouw heeft alleen afgeronde hoeken. De combinatie van glas en baksteen maakt het zeer expressief.