De Stek is een kleinschalige biodynamische tuinderij in het buitengebied (aan de Noordkant) van Lelystad. Op een perceel van ruim 3 hectare worden op De Stek sinds 1993 veel soorten groenten en klein fruit (aardbeien, bessen, pruimen en kersen) geteeld. Het seizoen begint in het voorjaar met verspreiden van mest en compost op het land, grondbewerking, zaaien en planten. De oogst begint in mei en dan zal ook de winkel open gaan. Door zorgvuldig en zuinig om te gaan met machines, materialen (gereedschap, verpakking) en hulpbronnen als water, brandstof en elektriciteit willen ze verantwoordelijkheid dragen voor een toekomst bestendige landbouw.
Verhaal van Ghislaine de Rond:
In de vroege ochtend rijd ik met mijn f…
De Stek is een kleinschalige biodynamische tuinderij in het buitengebied (aan de Noordkant) van Lelystad. Op een perceel van ruim 3 hectare worden op De Stek sinds 1993 veel soorten groenten en klein fruit (aardbeien, bessen, pruimen en kersen) geteeld. Het seizoen begint in het voorjaar met verspreiden van mest en compost op het land, grondbewerking, zaaien en planten. De oogst begint in mei en dan zal ook de winkel open gaan. Door zorgvuldig en zuinig om te gaan met machines, materialen (gereedschap, verpakking) en hulpbronnen als water, brandstof en elektriciteit willen ze verantwoordelijkheid dragen voor een toekomst bestendige landbouw.
Verhaal van Ghislaine de Rond:
In de vroege ochtend rijd ik met mijn fiets door de stille woonwijken van Lelystad. Ik hoor een pauw roepen als ik door het stadspark fiets. Onder mijn petje door, houd ik de weg in de gaten. Ik kan mijn petje beter niet afzetten omdat ik dan een wolk van vliegjes in adem. In het Jagersbos zet ik de pet zover mogelijk naar beneden als ik de heuvel af rol, het Jagersveld in.
Het Jagersveld is een van de duurste, en meest afgelegen woonwijken van de stad. Veel van de huizen zijn afgeschermd met grote hekken, afgeschermd tegen vreemdelingen die schuw onder hun petjes door loeren naar de keurige gazonnetjes die worden onderhouden door robotgrasmaaiers. Af en toe zie ik een paar grijze bolletjes in hun grote tuin werken, maar meestal zitten de inwoners veilig teruggetrokken in hun luxe huizen.
Vanuit het Jagersveld rijd ik de uitgestrekte Beginweg op. Deze weg leidt naar een groepje kleinschalige boerderijen en tuinderijen.
Ik rijd voorbij een bordje met ‘Lelystad’, nu ben ik officieel de bebouwde kom uit. In de verte zie ik een kleine gedaante op de weg zitten. Ik vraag me af wat het is, een kat of een hond misschien? Als ik dichterbij ben zie ik aan de mooie donkerblauwe veren en de lange groenblauwe staart dat het een pauwtje is. Hij duikt de struiken in als ik passeer. Rechts, zie ik een akkerland met een heldere hemel daarboven. Achter me zie ik de hoge bosrand die om het Jagersveld heen ligt als een grote, groene vestingmuur. In dit gedeelte van Lelystad zijn de bomen al relatief oud.
Nadat ik de pauw ben gepasseerd kom ik bij een T-splitsing aan. Hier moet ik naar rechts. Aan deze weg ligt de tuinderij: de Stek, waar ik deze zomer werk. De Stek ligt niet ver van de Hanzelijn vandaan. Dagelijks rijden er treinen over de Hanzelijn richting het noorden van het land of juist richting Lelystad centrum, het enige station in Lelystad; als je het spookstation ‘Lelystad-Zuid’, waar nooit een trein heeft stilgestaan, niet meerekent.
Zodra ik bij de Stek aankom zie ik John, een man met een blauwe bandana en een Vlaams accent. Hij stapelt kratten op elkaar om ze in de koelcel te plaatsen. Ik zwaai naar hem en zet mijn fiets naast de stacaravan waar mijn bazen: Piet en Renee, nog aan het ontbijten zijn. Ik neem mijn pet af en stap naar binnen. Aan de tafel zitten de twee Spaanse stagiaires: David en Sergio en de Franse stagiaire: Amandine, samen met mijn bazen te ontbijten. De stagiaires verblijven tijdelijk op de tuinderij. Zodra Renee mij ziet, staat ze gelijk op en overlegt met Piet wat ik kan doen. Er moeten nog wat kaartjes worden geschreven voor op de kratten, daar mag ik gelijk mee beginnen. Daarna kan ik meteen doorgaan met tuinbonen plukken. Langzaamaan druppelt de stacaravan leeg en zit ik vergezeld van hond Yvi kaartjes te schrijven. Sla, klasse 1, Holland.. ben ik nog wat vergeten?.. ohja, 10st. Volgende kaartje..
Ik hoor Yvi smakkend haar ontbijt opeten, een geluid dat ik ben gaan associëren met de vroegste uurtjes van mijn werkochtenden.
Als ik de kaartjes af heb loop ik naar het schuurtje naast de koelcel waar ik een paar regenlaarzen, een verdikte regenbroek en een paarse regenjas aantrek. Hoewel het niet heel koud is, is het toch altijd prettig om goed beschermd te zijn tegen viezigheid en om je knieën te beschermen tegen de kleigrond.
Ik pak een paar kratten van de stapel en loop naar het tuinbonenveld achter de stacaravan. De zon begint nu echt een beetje door te komen. Ik ben zodanig beschermd in mijn werkkleding dat het voelt alsof ik zwem als ik door het bonenveld loop. Ik leg mijn krat ergens neer en verdwijn in de hoge struiken. Nu zal ik plukken tot de koffiepauze om 10:00.
Soms kijk ik even boven het veld uit om te kijken wat daar allemaal gaande is. Ik zie een trein stilstaan op het spoor, wachtend op het rode stoplicht. Af en toe komt de buurman op zijn trekker voorbij over het aangrenzende veld. Ik weet niet wat hij verbouwt. Eerlijk gezegd weet ik ook niet wat er allemaal precies op de Stek verbouwd wordt. Het doet er op dit moment ook niet echt toe. Nu hoef ik alleen maar tuinbonen te weten.
Na ongeveer twee uur plukken komt Piet op z’n trekker de volle kratten met blinkende tuinbonen ophalen. Piet heeft een wilde grijze haardos en een bedachtzame, licht elitaire manier van praten. Hij houdt niet zo van de boekhouding, vind zichzelf meer een echte tuinder. Hoewel de Stek op Piets naam staat, lijkt het soms alsof Renee de tuinderij bezit. Renee kwam ooit als vrijwilliger werken bij Piet, en is gebleven vanwege de lekkere aardbeien die Piet verbouwde.
Tijd voor koffie en stroopwafels. Iedereen helpt mee met het klaarzetten van kopjes, stoelen, koekjes en thermoskannen met thee en koffie. Hond Yvi schuimt onder de tafel door op zoek naar iets eetbaars. Na ongeveer een half uur gaan we in werkharnas terug naar het veld, waar de zon inmiddels gul op straalt.
Over een paar uur zal ik weer naar huis fietsen, moe maar voldaan. Tot die tijd is mijn wereld klein en groen, zit ik beschut onder de toppen van de bonenplanten en weet ik alleen maar tuinbonen.