Aan drie kanten van het complex liggen zelfstandige wooneenheden, die vanuit de omringende straten toegankelijk zijn. Ze hebben aan hun rugzij…
Aan drie kanten van het complex liggen zelfstandige wooneenheden, die vanuit de omringende straten toegankelijk zijn. Ze hebben aan hun rugzijde een reeks een- en tweepersoonskamers met sanitaire ruimten. Tussen deze en de ruime binnentuin ligt een binnenstraat, zodat iedereen het hoofdgebouw, dat aan de vierde zijde ligt, beschut kan bereiken. De façade is gedeeltelijk met lichtgeel geschilderde houten stroken afgewerkt. Ter hoogte van de toegangsdeur buigt de wand elegant naar binnen. Ervoor staat een rij slanke stalen kolommen in grijs met iets verdikte, ronde basementen. Ze steunen trapvormig ingekeepte houten dragers, onder een overstekend dak. Tegenover de hoofdentree liggen de deuren naar de binnentuin. Ook aan de tuinkant staan stalen kolommen voor de gevels. Hun groene tint wordt herhaald in de deuren van de vier paviljoens die verspreid in de tuin liggen. Daar is een restaurant en worden allerlei activiteiten georganiseerd. Twee paviljoens zijn rond en spreiden hun plafondbalken uit als de baleinen van een paraplu. In het midden staat een viertal kolommen onder een glazen lantaarn. Tussen de balken die naar dit centrale punt lopen, is een krans van sleuven aangebracht met geel glas, dat een warm licht in de ruimten laat schijnen.