De Noordoostpolder werd al tijdens de Tweede Wereldoorlog drooggelegd en was daarmee de eerste polder van Flevoland. Toch hoorde deze nieuwe gemeente in eerste instantie bij het aangrenzende Overijssel, aangezien Flevoland als provincie nog helemaal niet bestond.
Een heel klein deel van de huidige Noordoostpolder was al eeuwen land, ver voordat de Zuiderzeewerken van de woeste Zuiderzee het veel rustigere IJsselmeer maakte en er vervolgens hele delen van tot land inpolderden. Het vroegere eiland Schokland werd lange tijd bewoond, totdat het in 1859 na de zoveelste verwoestende storm verplicht werd ontruimd. Schokland bleef nog een kleine eeuw lang een onbewoond eiland, totdat het land er omheen werd drooggelegd en het onderdeel van het vaste land werd. Toch is de vorm van het vroegere eiland nog altijd herkenbaar in het landchap.
De bekendste plaats van de Noordoostpolder is Emmeloord, wat ook meteen de enige stad in deze polder is. Emmeloord ligt zo goed als in het midden van de Noordoostpolder, met in een cirkelvorm om de stad heen de tien dorpen: Tollebeek, Nagele, Creil, Espel, Rutten, Bant, Luttelgeest, Marknesse, Kraggenburg en Ens. Waarom dat is? Nou, toen de Noordoostpolder werd aangelegd en ingericht, hadden de meeste mensen nog geen auto. Daarom moest ieder dorp op fietsafstand van de nabije dorpen én van Emmeloord liggen. Het voormalige eiland Schokland is onbewoond en daarom geen dorp, maar het heeft wel zijn eigen postcodegebied.
De Noordoostpolder was voor een groot deel bestemd voor de landbouw. Daarom vind je er langgerekte akkers die als een lappendeken de aarde bedekken. Aardappels, bieten, wortels en uien vullen die akkers. Ieder voorjaar kleurt een groot deel van de Noordoostpolder rood, roze, wit, geel en welke andere kleur de tulpen dat jaar maar hebben. Tijdens het jaarlijkse Tulpenfestival weten de toeristen uit binnen- en buitenland de tulpenvelden van de Noordoostpolder goed te vinden. En terecht, want nergens anders vind je zoveel tulpenvelden bij elkaar.
Uit de vele boerderijwinkels met overheerlijke streekproducten en de talrijke fruitboomgaarden blijkt dat het verbouwen en telen van groente en fruit nog steeds een belangrijke inkomstenbron is in de Noordoostpolder. Gelukkig hebben de lokale ondernemers een manier gevonden om iedereen daarvan te laten meegenieten: bij de boerderijwinkels haal je knetterverse plantaardige en dierlijke producten, in de fruitboomgaarden mag je in de herfst je eigen appels plukken. Oh, en dan zijn er ook nog tig bezoekerstuinen, waar je je ogen uitkijkt en inspiratie kunt opdoen voor je eigen (achter)tuin.